Home > Theology Topics > Heritage of Holiness > this page  
CRI/Home
Site Contents
Daily Readings
Bible Topics
Worship Topics
Ministry Topics
Lectionary
Church Year
Theology Topics
Non-English
PhotoTour
New Additions

Zonde en Heiliging

Brad Mercer

Translated by Hans Deventer

Zonde en heiliging gaan uiteindelijk over relaties en identiteit. Heiliging is het vinden van onze waarde en identiteit in onze relatie met Christus. Niemand anders is toereikend voor dat doel. Als we naar iets of iemand anders kijken als bron voor onze identiteit of gevoel van eigenwaarde, zal dat alternatief blijken tekort te schieten. En dat brengt pijn, dat gevoel van waardeloosheid, of de angst dat we blijken waardeloos te zijn. De relatie met God, waarin we zijn beoordeling van wie we zijn en wat we waard zijn, kunnen zien en leren omarmen, is de enige toereikende basis voor onze identiteit, en de relatie bij uitstek waarvoor we geboren zijn.

We worden geboren met de neiging om naar ontoereikende bronnen van eigenwaarde en identiteit te zoeken. Dat is de erfzonde. Elke zondige daad is dan ofwel een speurtocht naar waarde in een of andere ontoereikende bron, of een poging om de pijn van het je waardeloos voelen te verdoven. We hebben een affaire of raken dronken of werken met de ellebogen om hogerop te komen of trappen anderen omlaag, om ons waardevol te voelen of om de pijn van het je waardeloos voelen te verdoven. Als die pogingen mislukken, schamen we ons en voelen we ons nog waardelozer, dus gaan we nog harder proberen te verdoven of proberen we van iemand of iets het gevoel te krijgen dat we waardevol zijn. De oproepen om de zonde achter ons te laten zijn tot dovemansoren gericht, want het klinkt als een oproep om onze zoektocht naar waarde op te geven, onze totale en ongeneselijke waardeloosheid te erkennen en voor altijd in ondraaglijke, rauwe, onverdoofde pijn te blijven steken. Een oproep om onze speurtocht naar waarde op te geven is in feite een uitnodiging voor de hel, niet voor de hemel.

"We hebben lief omdat hij ons eerst heeft liefgehad". We laten onze ontoereikende bronnen van waarde dus pas schieten, als we de ultieme bron van waarde omarmen ­ de relatie met de God die Liefde is.

John Wesley schreef:

Het zou goed zijn als u zich grondig bewust was van dit: De hemel der hemelen is liefde. Er is niets hoger in de godsdienst, er is, in feite, niets anders; als u zoekt naar iets dat meer is dan liefde, dan schiet u het doel voorbij, dan verlaat u de koninklijke weg, en wanneer u anderen vraagt: Heeft u deze of gene zegen ontvangen? en u bedoelt daarmee iets anders dan meer liefde, dan bedoelt u het verkeerd, dan leidt u ze van de weg af en zet u ze op een vals spoor. Laat het dus voor u vaststaan dat vanaf het moment dat God u gereinigd heeft van alle zonde, u naar niets meer mag streven dan naar meer van die liefde zoals beschreven in I Corinthe 13. U kunt niet hoger gaan dan dit, totdat u in Abrahams schoot gedragen wordt (Works, XI, "Een duidelijke verklaring....", blz. 430).

We beginnen met de objectieve waarheid, zoals we die vinden in 1 Johannes 4:8 en 4:16: “God is liefde”. We herkennen dat liefde geen waarde voor ons heeft totdat die wordt herkend, ontvangen en ervaren. Als liefde sowieso betekenis heeft, moet ze betekenis hebben ten aanzien van waarde. Als we zeggen dat we ergens van houden, zeggen in feite we dat het waarde voor ons heeft. Jezus zegt over ons in Mattheüs 10:31 “Wees dus niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen.” In zonde geboren zijn moet dus minimaal ook betekenen dat we geboren worden zonder te weten dat God liefde is, en zonder te weten dat we van nature waardevol voor Hem zijn.

We zijn geïsoleerd, losgekoppeld, en zonder het vermogen lief te hebben en geliefd te worden ­ om te leven in intieme relaties zoals we ontworpen zijn om in te leven. We houden niet van God met heel ons hart, ziel, verstand en kracht, of onze naaste als onszelf, en kunnen dat ook niet. Om het grootste gebod te vervullen, en het tweede dat daaraan gelijk is, moeten we in een diepe, zuivere, volmaakte liefdesrelatie leven met God en met elkaar. We zijn geboren voor relaties. Dat is onze bestemming. We hebben geen ander of hoger doel. Als kerk hebben we geen ander doel dan deze relaties op zo'n manier te laten zien dat mensen daardoor tot Christus getrokken worden, de Enige die hen kan herstellen tot deze relaties, waarnaar hun hart verlangt. We zijn bedoeld om onze levens zodanig te leven dat we dit soort herstelde relaties voorleven en voeden en koesteren. Alleen in die context kunnen we heiliging, heling en geestelijke groei vinden.

We groeien geestelijk, emotioneel en relationeel door al onze twijfel en angst in volledig vertrouwen op het karakter van God ten opzichte van ons over te geven en door vervolgens voortdurend tot een steeds hechtere relatie met Hem en elkaar getrokken te worden. We groeien door achter de zonde in ons leven de fundamentele leugens over God en onszelf te leren herkennen, die door die zonde tot uitdrukking komen. We leren in dat gedrag te herkennen dat we in feite iets buiten Christus om zoeken dat ons een gevoel van waarde en identiteit geeft. We groeien door te leren in alle details van onze emoties en relaties Gods liefde onze angst te laten vervangen. Op die manier “bewerken we onze behoudenis” en worden we “hervormd door de vernieuwing van ons denken”.

Ik geloof dat het mogelijk is om echter, dieper en consistenter te geloven, te zien en te weten dat God liefde is, dat Hij van ons ­ van mij ­ houdt. Niet op een of andere algemene speciaal voor God bestemde manier die niet echt met mij te maken heeft, maar werkelijk, in de normale betekenis uit het woordenboek van het begrip “houden van”, zoals een vader van een kind houdt, in goede en kwade tijden. Ik kan groeien in mijn vermogen om God te benaderen in vrijheid en met vertrouwen, omdat Hij me mag, Hij werkelijke waarde in mij ziet, blij met me is, me bewondert, zoals elke goede ouder dat doet, zelfs bij een eigenzinnig kind.

Dat groeiende vertrouwen in het karakter van God en in zijn beoordeling van mijn waarde zal onvermijdelijk de manier waarop ik met Hem om ga vormen, mijn verlangen om tijd met Hem door te brengen, mijn vermogen om in mijn lezen in de bijbel Zijn overvloedige liefde voor mij persoonlijk te ervaren. Het zal er ook onvermijdelijk toe leiden dat ik meer en meer wordt als Degene van wiens liefde ik mag genieten. Ik zal meer en meer zijn perspectief gaan delen, niet alleen van mijzelf, maar ook van de wereld om mij heen. Ik zal meer en meer uit de rol van de verloren zoon of zijn oudere broer groeien en in de rol van de vader. Wij zijn bedoeld om God na te leven.

Ik zal meer en meer de waarde van zijn andere kinderen door Zijn ogen zien, naar mate ik meer mijn eigen waarde zie - ik zal daadwerkelijk mijn naaste als mijzelf leren liefhebben. Ik zal meer en meer met sympathie en barmhartige zorg, in plaats van (ver)oordelende “zorg”, de pijn en de angst en de strijd en het falen en de gebondenheid aan leugens van zijn andere kinderen gaan zien, zoals Hij dat doet. Ik zal meer en meer instinctief gericht raken op de vraag hoe ik nog effectiever aan hen kan laten zien wie ze echt zijn, en wie God werkelijk is ­ naar hun welzijn streven met de zelfopofferende liefde van de Vader.

Dit proces van consequent, bewust kiezen van “meer liefde”, zowel als gever als ontvanger, is in feite de “koninklijke weg”, de “hemel der hemelen”. Dat is wat we bedoelen ­ of zouden moeten bedoelen ­ als we praten over geestelijke vorming of groei in genade, of geestelijke groei of heiliging of vroomheid of soortgelijke termen.

De postmoderne, ontwikkelde wereld van de 21ste eeuw hongert naar heiliging. Deze boodschap resoneert bij hen. Ik ken de getuigenissen die dat zeggen. Ik heb mensen gered zien worden, geheiligd, hun zonden achter zich zien laten, de Schrift omarmen, de Kerk zien omarmen, en bedieningen en voortgaande persoonlijke transformatie. Een diepgaande theologie van de liefde trekt mensen naar een werkelijke ontmoeting met God en een leven van genade die uitgeleefd wordt. Ik geloof dat God ons heeft doen opstaan voor een tijd als deze.

-Brad Mercer   The article is the property of Karen Mercer
All other information on this page is Copyright © 2018, CRI/Voice, Institute - All Rights Reserved
See Copyright and User Information Notice

Related pages